Deze werkinstructie hoort bij het protocol spelmateriaal
Deze werkinstructie wordt toegepast als:
Doorlopend
Deze werkinstructie wordt uitgevoerd door:
Pedagogisch medewerkers en locatie management
Werkinstructie:
Leeftijd tot 1 jaar – kijken, voelen en beleven
Baby’s leren zichzelf en hun omgeving kennen via hun zintuigen. Ze gebruiken vaak hun mond om voorwerpen te onderzoeken. In deze fase hebben kinderen behoefte aan speelgoed waarin ze kleuren, vormen en materialen kunnen ontdekken. Zoals zachte poppen, zachte knuffelbeesten en stoffen boekjes. Daarmee kunnen ze leren om gerichte bewegingen te maken. Muziekmobielen, belletjes en rammelaars stimuleren het kijken en luisteren.
Geschikt
Voor kinderen tot 6 maanden is geschikt:
• onbreekbaar, wasbaar (piep)speelgoed
• mobiles
• rammelaars
• bijtringen
• muziekdoosjes
Let op! Het speelgoed moet in ieder geval zo groot zijn dat het niet in zijn geheel in het
mondje van de baby past.
Voor kinderen vanaf 6 maanden is geschikt:
• activity-speelgoed
• bouwblokken en -bekers
• trek- en duwspeelgoed
• babyboekjes
• badspeelgoed
• water en zand
Voor kinderen tot 1 jaar is ongeschikt:
- te klein speelgoed (zoals kralen en knikkers)
- scherp speelgoed
- speelgoed met langwerpige, uitstekende delen
- dingen die moeilijk schoon te maken zijn
- knuffelbeesten met lange haren
- speelgoed dat heel veel lawaai maakt
- speelgoed met lintjes en touwtjes
- speelgoed waarvan de inhoud kan vrijkomen (zoals knuffelbeesten die gemakkelijk kunnen worden open gepeuterd of open gebeten, waardoor plastic balletjes of stukjes schuimrubber naar buiten komen)
- speelgoed waar kleine dingetjes afgepulkt kunnen worden (knoopjes, oogjes, kraaltjes, etc.). Trek er zelf aan om te testen of het vastzit!
Leeftijd 1 en 2 jaar – nog niet alles onder controle
In een jaar leren kinderen enorm veel. Ze kunnen zich nu verplaatsen en voorwerpen stapelen. Ze proberen al hun eerste woordjes te zeggen. Ook speelgoed vastpakken lukt beter. Het gaat alleen nog niet zo gecontroleerd. Op deze leeftijd gooien, slaan en slepen kinderen nogal eens met speelgoed. Daar moet het speelgoed dus tegen kunnen (en de omgeving ook).
Voor kinderen van 1 en 2 jaar is geschikt:
- emmers en schepjes
- houten trekbeesten
- blokken
- houten puzzels
- karren
- grote auto’s
- ballen
- trommels
- knuffels
- badspeelgoed
- stapelbekertjes
- liedjesboekjes en prentenboekjes
- hobbelpaard
- loopfiets
Een kom water en zand vinden ze op deze leeftijd ook leuk, evenals potten en pannen.
Voor kinderen van 1 en 2 jaar is ongeschikt:
- knikkers
- speelgoed dat in kleine onderdelen uit elkaar kan worden gehaald
- scherpe dingen
- mondfluitjes
- zit- en rijspeelgoed waarmee het kind gemakkelijk omvalt
- speelgoed dat gemakkelijk in de keel schiet (zoals fluitjes, ballonnen en plastic figuurtjes die je op het raam kunt plakken)
- speelgoed dat harde geluiden maakt
Leeftijd 3 en 4 jaar – de fantasie gaat werken
Vanaf een jaar of 3 willen kinderen zelf dingen maken en samen spelen. Met knutselen en schilderen beginnen kleuters aan een nieuwe fase. Ze gaan hun eigen fantasieën en dingen uit hun omgeving afbeelden. Zo leren ze zich concentreren en creatief uiten. Ze verzinnen ook met elkaar “doen alsof” – spelletjes, zoals doktertje spelen. Buiten kunnen ze zich uitleven met driewielers, kruiwagens en ander rijdend speelgoed.
Voor kinderen van 3 en 4 jaar is geschikt:
- simpel constructiemateriaal
- puzzelplankjes
- spelletjes (memory, domino)
- prentenboeken
- driewielers
- kruiwagens
- vingerpoppen
- doktersspulletjes
- hijskraan
- eenvoudige houten trein met spoorrails
- boerderijfiguren
- kleurboek
- schaartjes met ronde punten
- speelklei
- vingerverf
- schoolbord
- verkleedspullen
- telraam
Voor kinderen van 3 en 4 jaar is ongeschikt:
- puntige en scherpe voorwerpen
- speelgoed dat harde geluiden maakt
- speelgoed dat in de keel kan schieten
- driewielers en of fietsen met spaken
Leeftijd 5 en 6 jaar – nieuw: spelletjes met winnen en verliezen
Nu hebben ze al aardig wat vaardigheden onder de knie. Nieuw zijn de spelletjes waar het gaat om verliezen, winnen en combineren. Kinderen in deze leeftijd houden van lezen en rekenen, samen spelen, handenarbeid, bewegen, rollenspelen en construeren/bouwen.
Voor kinderen van 5 en 6 jaar is geschikt:
- allerlei poppen: poppenkast met poppenkastpoppen, poppenhuis met toebehoren
- Barbie met accessoires
- keuken- en winkelspeelgoed, zoals: fornuisjes, pannetjes, kassa
- handenarbeid materiaal: punnikklosje, simpel borduurwerkje, weeftoestel, viltstiften, verfdoos, tekendoos
- buitenspelmateriaal: rekstok, ringen, springtouw, ballen, stelten, tentje, tuingereedschap, zaadjes, knikkers
- rekenen en taalspelletjes: loco, telraam, pim pam pet
- bouwspeelgoed: Lego, Knex, Playmobiel, Kapla
- gezelschapsspelletjes: kwartetten, Monopoly, Vlooienspel, Mikado
Leeftijd vanaf 7 jaar – meer mogelijkheden; ze kunnen lezen en rekenen
Als kinderen op de basisschool zitten hebben ze de meeste basisvaardigheden onder de knie. Het speelgoed kan een stuk moeilijker worden. Bovendien kunnen kinderen nu lezen, schrijven en rekenen, waardoor de mogelijkheden nog groter worden.
Voor kinderen vanaf 7 jaar geschikt:
- constructiespeelgoed: Meccano, technisch Lego, bouwpakketten van schepen, auto’s, vliegtuigen enzovoort, spoortrein en modelbouw
- dingen om te verzamelen: plakboeken, poëziealbum, bloemenpersje, herbarium, pokemonkaarten
- experimenteren: stoommachine, scheikundedoos, microscoop, vergrootglas
- bewegingsspeelgoed: duikbril, snorkel, zwemvliezen, vliegeren, rolschaatsen, skeeleren
- ingewikkelder gezelschapsspelen: dammen, schaken, Go, Scrabble, Stratego, reken- en taalspelletjes, tafeltennis, voetbalspel, sjoelbak
Op het moment dat de hieronder beschreven situatie zich voordoet:
Een pedagogisch medewerker signaleert dat er spelmateriaal niet aan de voorwaarden voor veilig spel voldoet;
- Vies
- Kapot
- Onveilig in het gebruik
- Niet geschikt voor de leeftijd van het kind
- Uitstekende onderdelen of schroeven (voorkeur voor verlijmd speelgoed)
Als een pedagogisch medewerker signaleert dat er onvoldoende of onvoldoende uitdagend speelgoed aanwezig is maakt zij hier een melding van naar het management
Dagelijks:
Dagelijks wordt het speelgoed volgens het spelmateriaal schoonmaakrooster schoongemaakt; bij zieke kinderen, of het vrijkomen van bloed, braaksel of diarree worden er aanvullende maatregelen genomen (zie ook protocol en werkinstructie hygiëne)
Wekelijks:
Wordt het schoonmaakrooster gecontroleerd door de manager.
Ieder kwartaal:
Wordt het aanwezige speelgoed op de groep bekeken aan de hand van bovenstaande werkinstructie. Speelgoed kan tussen de diverse kindercentra uitgeruild worden of er wordt nieuw materiaal aangeschaft.
Jaarlijks:
Het protocol, de werkinstructie en de formulieren worden geëvalueerd.
E. jaarlijks:
Het protocol, de werkinstructie en de formulieren worden geëvalueerd.
Laatste evaluatiedatum: | 08-10-2018 | Volgende evaluatiedatum: | 01-03-2019 |