Mops Kinderopvang
  • home
  • Gaasperplas
  • Oranjekwartier
  • Beverwijk
  • Menu Menu

Werkinstructie zuigelingenvoeding

Deze werkinstructie hoort bij het protocol zuigelingenvoeding, flessenvoeding en moedermelk

Deze werkinstructie wordt toegepast:
Er zuigenlingenvoeding, flessenvoeding of moedermelk wordt ontvangen , bewaard,  bereid of opgewarmd.

Deze werkinstructie wordt uitgevoerd door:
Pedagogisch medewerkers

Werkinstructie:

Flessenvoeding:

Ontvangst en opslag

  • Flessenvoeding wordt ingekocht en geleverd op het kindercentrum door Mops Kinderopvang. Bij opening van een nieuwe verpakking wordt de THT datum gecontroleerd en wordt de verpakking voorzien van een IVD-datum). Flessenvoeding voor kinderen met een bijzondere behoefte (allergie, darmkrampjes etc.) wordt in principe door de ouders (of verzorgers) in poedervorm, in afgepaste gelabelde (naam kind, IVD-datum) hoeveelheden per voeding en in gesloten, schone verpakking aangeleverd of er wordt door ouders een grotere verpakking aangeleverd, met naam kind, IVD-datum.
  • Er worden in principe flessen en spenen van het kindercentrum gebruikt. In sommige gevallen worden er flessen en spenen door de ouders meegenomen. De flessen en spenen moeten daarbij schoon en gelabeld (naam kind) worden aangeleverd (ook geen losse poeder in de flessen!).
  • Flessenvoeding wordt niet bewaard.
  • Flessen en spenen moeten afgedekt zijn.
  • Bewaar melkpoeder voor het aanmaken van de flessenvoeding zoveel mogelijk in de originele binnenverpakking in de plastic voorraaddozen. Breng op de binnen verpakking de THT en de IVD aan.

Bereiden/verwarmen

  • Het werkblad dient voorafgaand aan de werkzaamheden te worden gereinigd.
  • Voor de bereiding vindt handhygiëne plaats.
  • Zorg dat ieder kind een eigen fles, speenring en speen heeft.
  • Een fles moet een wijde opening hebben, glad van binnen zijn en moet een goed afleesbare maatverdeling hebben.
  • Flessen en spenen moeten tijdig worden vervangen (uiteraard in ieder geval als deze niet meer naar behoren functioneren).
  • Volg bij de bereiding van flessenvoeding altijd zorgvuldig de instructies van de fabrikant op.
  • Houd de plaats waar flessenvoeding wordt bereid strikt gescheiden van de verschoonplek van kinderen.
  • Maak per voeding de fles, direct vóór de toediening, klaar met gewoon leidingwater.
  • Spoel tevoren de kraan gedurende enkele seconden door.
  • Uit een kraan die gebruikt wordt voor het verschonen van kinderen mag geen water getapt worden voor flessenvoeding, tenzij het water eerst gekookt wordt voordat hier flessenvoeding van wordt gemaakt.
  • Verwarm de flesvoeding bij voorkeur in een magnetron of met behulp van een flessenwarmer met thermostaat. Schud het flesje na opwarming in de magnetron goed om de warmte beter te verdelen en daarmee zogenaamde “hotspots”, die worden veroorzaakt door de ongelijkmatige verwarming van de voeding, te voorkomen.
  • De flessenwarmer moet na ieder gebruik worden geleegd, gereinigd en gedroogd. Is dat niet het geval, dan geen flessenwarmer gebruiken .
  • Restanten flesvoeding niet nogmaals opwarmen maar weggooien.
  • Flessenwarmer nooit gebruiken voor het bewaren of op temperatuur houden van de voeding, maar uitsluitend voor het opwarmen van babyvoeding.

Consumptie en reiniging

  • Controleer de temperatuur van de voeding op de klassieke manier met enkele druppels op de pols. Aan de buitenzijde van de fles is de temperatuur niet goed te controleren.
  • Zorg dat alle gebruikte flessen en spenen en overige materialen en hulpmiddelen direct na de voeding met koud water worden omgespoeld en daarna thermisch worden gereinigd (worden gereinigd in de vaatwasser of worden uitgekookt) en droog worden bewaard. Indien de flessen mee genomen worden naar huis; spoel de fles, speenring en speen na gebruik met koud water en maak goede afspraken met de ouders over het verder schoonmaken van de flessen en spenen; dit dient te gebeuren in een vaatwasser of door uitkoken.

Registreren bij afwijking

  • Flessenvoeding, die opgewarmd is tot 37 ºC, nooit langer dan één uur bij kamertemperatuur bewaren (inclusief het voeden zelf).
  • Restanten babyvoeding niet bewaren.

Schema 1. Flessenvoeding

Processtap Bewaking Frequentie Norm en

Tolerantie

Registratie Corrigerende

Maatregel

Ontvangst

en opslag

Controle op

afgedekte flessen en spenen

Iedere

ontvangst

Flessen en

spenen afgedekt, schoon en leeg

Bij

afwijking

Richtlijnen

voor hygiënisch werken doorgeven aan ouders

Controle op THT

poeder

Iedere ontvangst De THT mag niet verlopen zijn Bij afwijking Producten met verlopen THT vernietigen
Bereiden Controle op thermisch gedesinfecteerde materialen en hulpmiddelen Periodiek onderhoud van de vaatwasser Spoelen van spenen en flessen en andere materialen met water en reinigen met

water met een temperatuur van minimaal

70  ºC

Thermisch desinfecteren
Bewaren Voeding steeds vers aanmaken 4 ºC

Afgekolfde moedermelk
Deze instructie wordt met ouders besproken tijdens het intakegesprek en daarna meegegeven.

Afkolven en vervoer

  • Indien moedermelk thuis wordt afgekolfd voor de eigen baby, dient de moeder tijdens het afkolven, vervoeren en opslaan van de melk hygiënische maatregelen te nemen.
  • Moedermelk mag alleen aan het eigen kind worden gegeven. De kolfflesjes dienen gelabeld te worden met de naam van het kind en datum en tijdstip van afkolven.
  • De thuis afgekolfde moedermelk dient, al of niet na invriezen, zo snel mogelijk te worden getransporteerd, bij voorkeur in een schone koeltas of koelbox.

Bewaren

  • Na ontvangst wordt de afgekolfde moedermelk bewaard in koelkast of vriezer.
  • Als afgekolfde moedermelk binnen 48 uur wordt gebruikt, mag deze in de koelkast (niet in de deur!) worden bewaard, mits de temperatuur niet hoger is dan 4 graden C. Anders dient de afgekolfde moedermelk te worden ingevroren.
  • Afgekolfde moedermelk wordt in een steriele of in de vaatwasmachine gereinigde fles bewaard, voorzien van datum en tijd van afkolven. In de vriezer kan de melk twee weken tot drie maanden worden bewaard, afhankelijk van het type vriezer. Twee weken voor een twee-sterren diepvriezer en drie maanden voor een drie- sterrendiepvriezer. Bij -18 ºC mag moedermelk 6 maanden worden bewaard.

Ontdooien

  • Bevroren moedermelk langzaam ontdooien bij voorkeur in de koelkast. Bij ontdooien moet datum en tijd genoteerd worden. Als na plaatsing in de koelkast blijkt dat deze nog niet volledig is ontdooid dan de voeding onder stromend kraanwater van ca. 20º C geheel ontdooien.
  • Ontdooide moedermelk dient binnen 24 uur gebruikt te worden en mag niet meer worden ingevroren.
  • Op ontdooide moedermelk die een nacht blijft staan dient de datum en tijd van ontdooien vermeld te worden.

Verwarmen

  • Voor iedere voeding dient een gesteriliseerde fles, speen en speenring te worden gebruikt.
  • Verwarm moedermelk bij voorkeur in een magnetron of verwarm met behulp van een flessenwarmer voorzien van een thermostaat. Schud het flesje na opwarming in de magnetron goed om de warmte beter te verdelen en daarmee zogenaamde “hotspots”, die worden veroorzaakt door de ongelijkmatige verwarming van de voeding, te voorkomen.
  • Flessenwarmer nooit gebruiken voor het bewaren of op temperatuur houden van de voeding, maar uitsluitend voor het opwarmen van babyvoeding of moedermelk.
  • De flessenwarmer moet na ieder gebruik worden geleegd, gereinigd en gedroogd. Is dat niet het geval, dan geen flessenwarmer gebruiken .
  • Restanten moedermelk niet nogmaals opwarmen maar weggooien.

Consumptie

  • Controleer de temperatuur van de voeding op de klassieke manier met enkele druppels op de pols. Aan de buitenzijde van de fles is de temperatuur niet goed te controleren.
  • Zorg dat alle gebruikte flessen en spenen en overige materialen en hulpmiddelen direct na de voeding met koud water worden omgespoeld en daarna thermisch worden gereinigd (worden gereinigd in de vaatwasser of worden uitgekookt) en droog worden bewaard. Indien de flessen mee genomen worden naar huis; spoel de fles, speenring en speen na gebruik met koud water en maak goede afspraken met de ouders over het verder schoonmaken van de flessen en spenen; dit dient te gebeuren in een vaatwasser of door uitkoken.

A. op het moment dat de hieronder beschreven situatie zich voordoet:
Er wordt zuigelingenvoeding, flessenvoeding of moedermelk ontvangen, bewaard, bereid of opgewarmd.

B. dagelijks:

C. wekelijks:

D. maandelijks:

E. jaarlijks:
Het protocol, de werkinstructie en de formulieren worden geëvalueerd

F. anders, namelijk:

Laatste evaluatiedatum: 08-10-2018 Volgende evaluatiedatum: 01-03-2019
Protocol zuigelingenvoeding

Beleid

  • Preventie wiegendood
  • Ouderbeleid
  • Personeel beleid

Protocollen

  • Achterwacht
  • Buitenspelen
  • Computer en TV
  • Huisregels
  • Hygiene
  • Hygienecode
  • Kindermishandeling
  • Medicijnverstrekking
  • Observeren
  • Ongevallen en calamiteiten
  • Ophalen van kinderen
  • Ruilen en extra opvang
  • Signaleren
  • Spelmateriaal
  • Uitstapjes
  • Veiligheid
  • Vermist kind
  • Vier ogen
  • Warmte en zon
  • Wennen
  • Wet BIG
  • Wipstoeltjes
  • Zuigelingenvoeding
  • Ophalen kinderen BSO
  • Preventie wiegendood
  • Klachtenbehandeling
  • Samenwerking basisschool
  • Intakegesprek
  • Activiteiten in grote groepen BSO
  • Protocol Pedagogisch beleidsmedewerker

Amsterdam Zuid-oost

  • Dagopvang Leksmondplein
  • BSO Leerdamhof

Amsterdam-West

  • Dagopvang Oranjekwartier

Beverwijk

  • Dagopvang Beverwijk
  • BSO Beverwijk

Contact

Mops Kinderopvang
Kon. Wilhelminaplein 370A
1062 KS Amsterdam

020-8461111

Info@kdvmops.nl

Belangrijk

  • Over ons

Aanmelden

  • Gaasperplas dagopvang
  • Gaasperplas BSO
  • Oranjekwartier dagopvang
  • Beverwijk Dagopvang
  • Beverwijk BSO
  • Voorschool (VVE) Amsterdam

Pedagogisch beleid

  • Leksmondplein Dagopvang
  • Oranjekwartier Dagopvang
  • Leerdamhof BSO
  • Beverwijk Dagopvang
  • Beverwijk BSO

Voorschool (VVE)

  • Voorschool (VVE)
© Copyright - Mops Kinderopvang - Enfold Theme by Kriesi
Scroll naar bovenzijde